dinsdag 5 juni 2012

The Hangover South Africa


Weekendje tussen transseksuele Afrikanen tijdens PinkLoerieMardiGras in Knysna. Spitskop trotseren met een Ford Figo op Koninginnedag. Vegetarisch braaien op Bevrijdingsdag. Hiken en verdwalen tussen de Bushbocks. Suïcidale vogels aanrijden. Girlpower bewijzen tijdens paintballen. Afrikaanse cultuur ervaren tijdens ziekenhuis bezoeken. Emoties delen met anti-apartheid activisten in Red Location. Tipsy en onder de indruk Walmer Township verlaten.  Lauwe biertjes drinken in de duinen. Dansen met Agatha Bulstronk (Matilda) in Grahamstown. The Hangover naspelen inclusief een gebroken tand. Hippies spotten in Balizza. Mijn hand in de bek van een olifant stoppen. Op een Quad rijden en Rowena op een Quad zien vliegen.  Ambulances imiteren. And last but not least mijn inwerkperiode op stage met blijde gezichten afronden! Al met een al een intensieve, indrukwekkende en onvergetelijke maand!


Zoals ik veel hoor vanaf het thuisfront lijkt het alsof mijn tijd hier bestaat uit feestvieren, weekendjes weg en genieten, één grote vakantie dus. En dat is ook zo. Er is echter een keerzijde. Mij beter bekend als het limiet op mijn creditcard, school deadlines en 32 uren stage per week. Een keerzijde die zeker geen schaduwzijde is. Ik had me werkelijk geen betere stageplaats kunnen wensen.

Mijn collega’s zijn open, geïnteresseerd en proberen mij oprecht de tijd van mijn leven te geven. De jongens zijn enthousiast, eerlijk en maken de korte Afrikaanse dagen nog korter.  Het voelt als een warme deken die mij in de Afrikaanse winter warm houdt.  De vijf jongens die ik begeleid; Vuyolethu, Thobela, Syabonga, Nkosikhona en Lance kruipen steeds verder onder mijn huid. Of zoals Carla zegt ‘These boys slowly crawl into your heart and stay there for  the rest of your life.’   
Voordat ik een einde brei aan mijn blog wil ik terug komen op twee vragen die mij herhaaldelijk gesteld worden. Wat zijn de verschillen tussen Nederland en Zuid-Afrika? & Wat wil je bereiken met je werk daar? 

De verschillen tussen Zuid-Afrika en Nederland zijn naar mijn idee makkelijk te benoemen. Zuid-Afrika ligt op het zuidelijk halfrond, heeft een woestijn én subtropisch klimaat, spreekt 11 officiële talen, is ongeveer 30 keer zo groot als Nederland en de lokale bevolking leeft met elkaar in plaats van naast elkaar.
Interessanter is het benoemen van de overeenkomsten. Te beginnen met discriminerende politieke leiders. Waar wij in Nederland moeten luisteren naar ‘weinig fraaie’ uitspraken van Wilders, luisteren ze hier naar een incapabele Zuma die een ‘reverse apartheid’ leidt. Daarnaast is er de taal. Afrikaans lijkt misschien een slap aftreksel van de Nederlandse taal, maar heeft zoveel overeenkomsten met het Nederlands dat ik een gedeelte van mijn verslagen in het Nederlands mag inleveren. And last but not least, ook hier haalt iedereen alles uit de kast als het nationale team moet spelen. Het rugby team weliswaar, maar de vuvuzela concerten doen niet onder voor de oranjekoorts.

Tot slot is mijn grootste uitdaging  van mijn werk het behouden van mijn idealen. Het laatste wat ik wil is mijn idealen opgeven en meegaan in de stigmatisering. De stigmatisering die ontstaat door ontwikkelingshulp te beschrijven als ‘een druppel op de gloeiende plaat’ of een ‘ver van mijn bed show’. Ik geloof erin dat vele druppels een emmer vullen en hoop dat er ooit een laatste druppel de emmer doet overlopen.